de Roosenbooms van Gennep vernieuwd 15 maart 2021

Geboren op adres Krommenhoek 2 Linden. In 1886 bij de loting voor de Nationale Militie is hem lot No. 9 ten deel gevallen, dat buiten oproeping gebleven zijnde, hem tot geenen dienst heeft verplicht. Kort na 1900 woonachtig Katwijk A27. Volgens bevolkingsregister 1931-1937 woonachtig Linden Wijk A nr 27. [kopie verklaring Nationale Militie] [kopie geboorteakte]

Op 14 november 1889 samen met zijn oom Albertus de Wildt en Marinus van Marwijk veroordeeld tot 12 gulden boete ieder of een gevangenisstraf van 8 dagen wegens mishandeling van Antoon Bloemen "in den avond van 8 september 1889 te Linden". De broer van Antoon Bloemen had in de herberg van van Marwijk een zakdoek op de rug van de jas van Gerardus Theodorus de Wildt gespeld. Buiten het cafe heeft deze samen met de andere veroordeelden daar Antoon Bloemen op aangesproken. En hem mishandeld door hem "gelijktijdig onderscheidene slagen" toe te brengen. De getuigen Verbiesen en Cruijssen bevestigden de klacht van Bloemers. De kosten van de rechtszaak zijnde 20,20 gulden dienden zij ook te voldoen " "invorderbaar bij lijfsdwang voor ten langste 5 dagen" [foto's van dossier]

Op 28 maart 1899 door de Rechtbank in Den Bosch veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest wegens "mishandeling zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbend" van Marinus van Marwijk in de herberg van van Marwijk te Linden. Aanklacht: "Op 17 januari 1899 te Linden Marinus van Marwijk te hebben mishandeld, door opzettelijk en gewelddadig hem aan te grijpen en ter neder te werpen of te slingeren, waarvan zwaar lichamelijk letsel het gevolg is geweest, zijnde toch dien tengevolge het been van genoemden van Marwijk gebroken en wel zoodanig dat deze gedurende zijn verder leven kreupel zal moeten blijven." De eis van de Officier van Justitie: 5 maanden. Wat was er gebeurd? Grad was bij sluitingstijd gezegd de herberg te verlaten. Hij heeft de zoon van de herbergier Willem van Marwijk, Marinus van Marwijk (zijn medeveroordeelde van 1889) toen vastgegrepen van de grond getild en tegen het biljart gegooid. Deze brak daarbij zijn been en verloor het bewustzijn. Na drie dagen werd dokter van den Dries uit Cuijk er bij gehaald. Het been was zo gezwollen dat de breuk moeilijk was vast te stellen. Later bleken zowel scheenbeen als kuitbeen gebroken te zijn. De arts verklaarde dat van Marwijks been korter was geworden door de breuk en dat hij levenslang kreupel zou blijven en met een stok zou moeten lopen. Grad erkende op de rechtszitting dat hij hem had vastgegrepen en weggeduwd had. Het vonnis nam de aanklacht over behalve het op de grond slingeren en veroordeelde hem tot drie maanden gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest. [foto's van de processtukken] Volgens BHIC kentekenregister Noord-Brabant in 1927 in het bezit van een auto: G T de Wildt, Linden 1927 kenteken N-21256.