Feiten en gebeurtenissen
Huwelijk | 16 april 1930 Huwelijksacte 196. Heden zestien April negentienhonderd dertig zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: PIETER HENDRIKUS DE JONGE, adjunct-hoofdopzichter bij den dienst der Publieke Werken, geboren in de gemeente Baflo, wonende alhier, oud negen en dertig jaren, meerderjarige zoon van Epko de Jonge en Hendrika Venhuizen, beiden zonder beroep en wonende in de gemeente Baflo, en MARIA VAN DE POLL, schrijfster bij het gemeentelijk bureau voor beroepskeuze, geboren en wonende alhier, oud acht en twintig jaren, meerderjarige dochter van Cornelis Nanning van de Poll, overleden, en Marianne Elisabeth Salomons, oud negen en vijftig jaren, pensionhoudster, wonende alhier. De moeder der bruid verklaarde voor mij tegenwoordig toe te stemmen in deze echt. De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den vijfden dezer maand. Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Gerhard Nuver, zwager des echtgenoots, Referendaris aan de Rijkspostspaarbank, oud vier en vijftig jaren en Elsa van de Poll, zuster der echtgenoote, zonder beroep, oud drie en dertig jaren, beiden wonende alhier. Waarvan acte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. [kopie huwelijksacte] |
---|---|
Laatste wijziging | 10 november 2018 – 21:14:08 |