Frits Bernard Hotz, 1922–2000 (leeftijd 78 jaar)
- Naam
- Frits Bernard /Hotz/
- Voornamen
- Frits Bernard
- Achternaam
- Hotz
- Naam
- Frits //
- Soort
- ook bekend als
- Voornamen
- Frits
Geboren | 1 februari 1922
27
28 |
---|---|
Huwelijk | Greetje Rietbroek — Bekijk dit gezin 1956 (leeftijd 33 jaar) |
Overleden | 5 december 2000 (leeftijd 78 jaar) |
vader |
1894–1966
Geboren: 17 december 1894
19
23 — Leiden Overleden: 21 juni 1966 — Loenen (Gld) |
---|---|
moeder |
1893–1977
Geboren: 25 september 1893 — 's-Gravenhage Overleden: 30 september 1977 — Oegstgeest |
zus |
Privé
–
|
broer |
Privé
–
|
zus |
Privé
–
|
hijzelf |
1922–2000
Geboren: 1 februari 1922
27
28 — Leiden Overleden: 5 december 2000 — Leiden |
vader |
1894–1966
Geboren: 17 december 1894
19
23 — Leiden Overleden: 21 juni 1966 — Loenen (Gld) |
---|---|
stiefmoeder |
1920–2009
Geboren: 3 maart 1920
44
37 — Wirdum (Fr) Overleden: 21 december 2009 — Herenveen |
Huwelijk | Huwelijk — 1953 — Apeldoorn, Gelderland, Nederland |
hijzelf |
1922–2000
Geboren: 1 februari 1922
27
28 — Leiden Overleden: 5 december 2000 — Leiden |
---|---|
echtgenote |
1935–2001
Geboren: 3 juli 1935 — Leiden Overleden: 18 januari 2001 — Zutphen |
Huwelijk | Huwelijk — 1956 — |
Gedeelde notitie | Hotz volgde de ambachtschool, begon daarna aan een middelbare opleiding werktuigbouwkunde, maar stapte in 1942 over op de kunstacademie en begon trombone te spelen. Bix Beiderbecke was zijn grote voorbeeld. Vlak na de Tweede Wereldoorlog kreeg hij tuberculose, waardoor hij enkele jaren het bed moest houden. Vanaf 1949 tot eind jaren zestig was hij jazzmusicus, onder meer bij de Dixieland Pipers. Daarnaast was hij jazzcriticus voor Rhythme, en muziekleraar. In de loop van de jaren zestig werd Hotz, die zeer bijziend was en aan het eind van zijn leven vrijwel blind werd, bibliotheekmedewerker bij het Blindeninstituut te Den Haag. Hotz wilde als jongen al schrijver worden en schreef vanaf de jaren vijftig verhalen, geïnspireerd door Van Oudshoorn, maar hij stuurde die pas in 1974 naar een uitgever. Nog datzelfde jaar debuteerde hij in Maatstaf met het verhaal 'De tramrace'. Zijn debuutbundel Dood weermiddel werd enthousiast ontvangen, en voor de tweede bundel - Ernstvuurwerk - kreeg hij in 1978 de Ferdinand Bordewijkprijs. In 1998 werd hem de P.C. Hooftprijs toegekend voor zijn totale oeuvre. Dat oeuvre bestaat voornamelijk uit verhalen, die in een zeer sobere stijl zijn geschreven. Ze worden bevolkt door mannen die het in hun leven heeft tegengezeten, en die een moeizame verhouding tot doorgaans dominante vrouwen hebben. Opvallend is de liefde waarmee voorwerpen, met name ouderwetse transportmiddelen als de stoomtram en de zeppelin, worden beschreven. Enkele van zijn verhalen werden vertaald in het Frans . In 2003 verscheen een vertaling in het Duits van een selectie uit zijn verhalen, met een nawoord door Maarten 't Hart. Van 't Hart verscheen in hetzelfde jaar De man met het glas, een bundel van interviews met -, en beschouwingen over Hotz. Van 12 december 2002 tot en met 12 januari 2003 voerde de Leidse stichting Bontekoespelen in de Leidse busremise van Connexxion de muziektheatervoorstelling 'Het geluid van Hotz' op, gebaseerd op Hotz' verhaal De voetnoot. Het Nederlandse en het Vlaamse Fonds voor de Letteren kende in 2003 Aleid Truijens een subsidie toe voor het schrijven van een biografie van F.B. Hotz. Truijens schreef in 1981 een monografie Over verhalen van F.B. Hotz (1981), en bezorgde in 2002 samen met H.E. Schütte de correspondentie tussen Hotz en zijn oom H.W. Kunst. (Een beetje levensbestemming) Hotz trouwde in 1956, en had een zoon. Het huwelijk werd in 1964 ontbonden. Hij woonde lange tijd aan de Rijnsburgerweg in Leiden, en woonde vervolgens op kamers bij zijn oudere zuster Atie in Oegstgeest. Hotz overleed op 78-jarige leeftijd in het Diaconessenhuis te Leiden. Enkele dagen later werd hij gecremeerd. |
---|